
Zoals in elke beroepsgroep zijn er binnen de makelaardij ongeschreven codes ten aanzien van etiquette, al dan niet voortvloeiend uit de koker van Amy Groskamp -ten Have. (voor iedereen van na 1960, auteur van het etiquetteboek uit 1939 waarnaar het programma van Jort Kelder ‘hoe heurt het eigenlijk’ is vernoemd).
Zo maak je ruim van tevoren een afspraak om en te huur of te koop staande woning te bezichtigen, zorg je ervoor dat de kandidaat koper/huurder niet alle kasten opentrekt die niet tot het onroerende goed behoren en is de makelaar is kwestie representatief gekleed.
Dit laatste is door de mannelijke collega’s vertaald in een uniforme kledingcode bestaande uit: nette spijkerbroek (geen gaten), wit overhemd, colbert en nette lederen schoenen. (gepoetst, dat wel) Overzichtelijk en veilig.
Voor de dames geeft dit veel meer mogelijkheden om uit te glijden op het smalle fashionpad van “do’s en don ’t’s”. Zo is een lange rok/jurk of jas bijzonder onhandig in verband met trappen, doorzichtige kleding en decolletés een duidelijke ‘don’t’ en ook al te casual niet aan te raden.
Een persoonlijke uitglijder maakte ik jaren geleden bij een projectontwikkelaar. Uitgenodigd om de verhuurmogelijkheden van een nieuwbouwproject te bespreken, wilde ik als beginnend kantoor vooral een professionele en zakelijke indruk maken. Gestoken in mantelpak en hooggehakt arriveerde ik bij de betreffende keet en werd daar voorzien van bouwhelm, onmiddellijk meegenomen op de steigers om de voortgang van het project met eigen ogen te bekijken. Het was al moeilijk genoeg om met die hakken en enige hoogtevrees me staande te houden op de hoge steiger, maar het meest ongemakkelijk bleek wel de vrij korte rok die ik aan had. Breed grijnzende bouwvakkers onder mij namen ruim de tijd en voorzagen een en ander van onvervalst commentaar. ‘Me too’ was dan ook nog lang niet uitgevonden.
Maar het meest gênante moment maakte een collega mee in Den Haag. Niets menselijk was hem vreemd en een dag van aaneengesloten bezichtigingen vraagt af ten toe om een sanitaire stop. De collega was gearriveerd in een leeg staande woning en wilde voordat de kandidaat huurders op de stoep zouden staan, deze gelegenheid aangrijpen om zijn ernstig protesterende darmen te ledigen. De opluchting die dat gaf veranderde in afgrijzen toen hij er achter kwam dat het water was afgesloten. Doorspoelen was daardoor geen optie. De ouderwetse closetpot was voorzien van een spiegelplateau en de gevolgen van zijn recente daad trokken een geurspoor door de woning. Collega rende naar de buren en haalde daar twee emmers water om te redden wat er te redden viel.
De bezichtiging heeft uiteindelijk niet geleid tot verhuur, iets waar hij zich niet over verbaasde. Dit verhaal is de reden dat ik altijd controleer in een woning of het water is aangesloten, want je weet maar nooit…